VAR maakt plaats voor Modelovereenkomst

Zijn de meeste opdrachtgevers en opdrachtnemer eindelijk vertrouwd met de VAR, een verklaring die opdrachtgevers vrijwaren van claims van de Belastingdienst als blijkt dat de VAR onterecht is afgegeven, wordt de VAR per 1 mei a.s. afgeschaft. 

Dan zal namelijk een nieuwe wet in werking treden, waardoor de VAR niet meer noodzakelijk is en de Modelovereenkomst zijn intrede zal doen.

De afschaffing van de VAR en de intrede van de Modelovereenkomst roept veel onzekerheid op bij zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers. ‘Wat betekent deze verandering voor mij?’, is een veelgestelde vraag. Dat is ook niet zo gek als wordt bedacht dat echt duidelijke informatie over de nieuwe situatie vanuit de Belastingdienst lijkt te ontbreken. Ook de brief die onlangs aan alle houders van een VAR is toegestuurd, verschaft die duidelijkheid niet (echt). Kort gezegd, komt de inhoud er namelijk op neer dat opdrachtgevers en opdrachtnemers vanaf 1 mei a.s. samen moeten bekijken of en hoe zij onderling een modelovereenkomst afspreken en vastleggen. Niet heel behulpzaam dus.

Wat houdt de verandering nou in?

Uitgangspunt is dat per 1 mei a.s. een opdrachtgever zelf dient te bepalen of de situatie moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht (onderscheid is van belang voor de vraag of sprake is van inhoudings- en premieplicht voor de loonheffingen en verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen).

Alles met het doel om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en handhaving beter mogelijk te maken. De Belastingdienst moet dit controleren en handhaven.

Om het ‘makkelijker’ te maken biedt de Belastingdienst op haar website Modelovereenkomst(en) aan. Ook is het mogelijk een eigen overeenkomst aan de Belastingdienst voor te leggen. Het gebruik van de Modelovereenkomst of laten toetsen van een eigen overeenkomst geeft overigens geen vrijwaring voor claims van de Belastingdienst, waardoor het standaard gebruiken van de Modelovereenkomsten ons inziens niet opportuun. Niet in de laatste plaats, omdat de Belastingdienst alleen naar de fiscale aspecten heeft gekeken en zodra blijkt dat de praktijk niet overeenstemt met de afspraken vastgelegd in de (Model)overeenkomst, en bijvoorbeeld toch sprake is van een arbeidsovereenkomst, de Belastingdienst alsnog over kan gaan tot het claimen van loonheffingen bij zowel de opdrachtnemer als de opdrachtgever (gedeelde aansprakelijkheid).

Is er nou reden tot paniek?

Tot 1 mei 2017 geldt een overgangsjaar. In deze periode zal de Belastingdienst terughoudend handhaven en waar nodig waarschuwingen afgeven. Vooralsnog dus nog geen reden voor paniek.

Ons advies. Zorg ervoor dat de praktijk en de inhoud van de overeenkomst in overeenstemming zijn met elkaar en blijven. Laat daarnaast de ‘standaard’ gebruikte opdracht- en freelanceovereenkomst controleren door een specialist, waarbij de overeenkomst (zoveel mogelijk) in lijn wordt gebracht met de fiscale vereisten die de Belastingdienst stelt aan zelfstandigheid zonder in te boeten aan andere belangrijke bepalingen, zoals geheimhouding, afspraken met betrekking tot intellectueel eigendomsrechten en vrijwaring van claims. Heeft u daarin interesse neem dan contact met ons op.